4. Onbevooroordeelde juridische procedures

Straffeloosheid was een constante in ons onderzoek naar politiegeweld, in de vorm van buitenvervolgingstelling, seponering of vrijspraak. Zaken van politiegeweld moeten direct worden doorverwezen naar een onderzoeksrechter om een volledig onafhankelijk onderzoek te waarborgen en een onderzoek naar politiegeweld moet niet worden gevoerd in de politiezone waar de verdachten werken.

Het Belgisch strafrechtelijk systeem kent twee verschillende onderzoeksinstanties: de procureur des Konings en de onderzoeksrechter. De onderzoeksrechter staat bekend als het meest onafhankelijke rechtsorgaan dat België kan bieden. Deze rechter heeft de volledige vrijheid om misdrijven te onderzoeken zonder overleg met of verantwoording aan een hogere macht. In veel van de onderzochte zaken werd de zaak aanvankelijk onderzocht door de procureur des Konings. Hoewel het openbaar ministerie een tenlastelegging en een seponering moet onderzoeken, werkt het openbaar ministerie rechtstreeks samen met de politie en is er dus een delicate afhankelijkheid. Zaken van politiegeweld moeten direct worden doorverwezen naar een onderzoeksrechter om een volledig onafhankelijk onderzoek te waarborgen. 

In alle bestudeerde gevallen werd het onderzoek verricht door politieambtenaren van dezelfde politiezone. Dat de politie onderzocht wordt door de politie, is op zich een risicofactor voor belangenvermenging, laat staan dat dit gebeurt door directie collega’s die elkaar hoogstwaarschijnlijk kennen. Een onderzoek naar politiegeweld moet niet worden gevoerd in de politiezone waar de verdachten werken. Een dergelijke zaak moet worden overgedragen aan een federale of een andere politiezone, met name wanneer aan de verdachten geen disciplinaire sancties zijn opgelegd.

De autoriteiten moeten ervoor zorgen dat de verdachten niet met elkaar samenspannen, zoals verplicht is volgens art. 2 van het EVRM. Zij moeten onmiddellijk na het voorval van elkaar worden gescheiden, en zij mogen tijdens het onderzoek niet met elkaar samenwerken. In het geval van Lamine Bangoura hebben de betrokken politiefunctionarissen na de interventie een debriefing gehad. Onder andere in de zaak van Ali Juma namen de agenten contact met elkaar op om te bespreken hoe ze hun misdaden in de doofpot konden stoppen.

Het Openbaar Ministerie moet sterk overwegen verdachten van politiegeweld te vervolgen, zoals het ook doet in zaken waarin de politieambtenaren slachtoffer zijn van geweld. Uit het onderzoek blijkt dat het openbaar ministerie er vaak voor kiest af te zien van vervolging, ondanks de sterke argumenten die kunnen voorgelegd worden aan de strafrechter. De slachtoffers en families moeten een eerlijk proces krijgen.