Racisme bij de politie: 13 zaken waarbij verziekte organisatiecultuur de daders beschermde

Mensen demonstreren in Brussel na de dood van de 23-jarige Ibrahima Barrie in een politiecel. (Foto: Stef Arends)

Racistische whatsappgroepen binnen de politie zijn geen probleem van ‘rotte appels’; ze zijn een symptoom van een ernstig zieke organisatiecultuur. Dat blijkt uit een analyse van dertien racismezaken tussen 2011 en 2021.

Door Habiba Boumaâza
Vandaag moeten 29 Antwerpse en federale politieagenten voor de rechter verschijnen omdat ze racistische berichten verstuurden in de whatsappgroep van de politiedienst die instaat voor de bewaking en het transport van gevangenen (GEOV). De agenten riepen onder meer op tot geweld tegen moslims, mensen met een migratieachtergrond en een homoseksuele collega.

Een analyse van dertien zaken waarbij wijdverbreid racisme binnen politiekorpsen werd blootgelegd tijdens de afgelopen tien jaar, toont aan dat het probleem van racisme binnen de politieorganisatie geen kwestie is van enkel ’rotte appels’. De cultuur binnen verschillende korpsen is grondig verziekt: agenten met een migratieachtergrond worden weggepest, mensen die racisme aankaarten worden geïntimideerd, en wie met zijn verhaal naar buiten komt, wordt officieel verzocht ‘geen olie op het vuur te gooien’.

Discriminatie van zowel burgers als collega-agenten

De politie maakt zich schuldig aan racistisch buitensporig geweld en etnisch profileren. Dat zeggen jongeren die er doelwit van zijn, maar ook internationale NGO’s en zelfs de Verenigde Naties. De politie zelf blijft dit echter hardnekkig ontkennen. “Er is geen structureel probleem van racisme binnen de politie”, zei Marc De Mesmaeker, topman van de federale politie, nog in 2020.

Niet enkel burgers zijn slachtoffer van racisme binnen de politie. Ook vanuit de politiekorpsen zelf duiken er al jaren getuigenissen op over racisme. Meer dan tien jaar geleden peilde de dienst Diversiteit van de Antwerpse lokale politie naar de ervaringen van agenten met een migratieachtergrond binnen het korps. Een eerste opvallende vaststelling was dat er slechts 38 agenten met een migratieachtergrond in dienst waren in een korps van 2.200 mensen, waardoor het korps niet representatief is voor de maatschappij waarin het opereert. Van deze agenten met een migratieachtergrond werd de helft bevraagd.

Agenten met een migratieachtergrond worden weggepest, agenten die racisme aankaarten worden geïntimideerd, en wie met zijn verhaal naar buiten komt, wordt officieel verzocht ‘geen olie op het vuur te gooien’

Nagenoeg iedereen van de bevraagden heeft ooit de boodschap gekregen de job enkel gekregen te hebben omwille van hun huidskleur. Een tweede vaststelling was dat er verschillende pesterijen zijn tegenover collega’s met een andere huidskleur: van het weigeren een hand te geven en verweten te worden geen humor te hebben wanneer er een racistische mop verteld wordt, tot weigeren om samen te patrouilleren.

“De Antwerpse politie staat nu eenmaal bekend als een werkomgeving waar racisme eerder de norm is dan de uitzondering”, zo getuigde een agent van kleur in 2011. Vier jaar later verschijnt er een artikel in De Standaard waarin zeven agenten – op één na anoniem – getuigen over racisme binnen het Antwerpse politiekorps. Anoniem, zo verklaren ze, uit vrees voor tuchtmaatregelen. “Racisme is een tumor die woekert in het Antwerpse korps”, klinkt het bij de agenten. De korpschef verwijt de getuigen geen gebruik te willen maken van de interne kanalen. Maar, zo geven ze in het interview aan, wanneer iemand naar intern toezicht stapt om de situatie aan te kaarten, krijgt die de boodschap dat een onderzoek de situatie alleen maar zou verergeren.

Racisme op sociale media: ‘Je zit niet op café’

Uit de zaken van de afgelopen 12 jaar die we bestudeerden, blijkt dat racisme binnen de politie verschillende vormen kan aannemen. Soms betreft het individuele agenten die hun racistische ideeën de vrije loop laten op sociale media. Zo werd er in 2015 een Gentse agent op non-actief geplaatst nadat hij maandenlang racistische berichten plaatste op Facebook. De agent in kwestie was op het socialemediaplatform met verschillende collega’s bevriend, waaronder een commissaris. Hoewel er voor agenten een meldingsplicht geldt, kwam de zaak pas aan het licht na een melding door burgers. Voor de bevriende collega’s zouden er geen sancties wegens nalatigheid volgen.

Korpschef Filip Rasschaert liet in de media weten dat hij de betrokken agenten nog wel streng toe zou spreken: “We gaan iedereen nog duidelijk maken dat je moet oppassen met wat je op sociale media gooit. Je zit niet op café”. 

Naast individuele agenten, zijn er de afgelopen jaren ook groepen opgedoken op sociale media. In 2015 en 2016 maakten vijfentwintig politieagenten gebruik van een whatsappgroep waarin racistische en seksistische berichten geplaatst werden, zo berichtte De Standaard. De groep bestond uit 12 leden van het veiligheidskorps van de FOD Justitie, zeven inspecteurs van de lokale politie in Antwerpen waaronder een vakbondsafgevaardigde van de liberale ambtenarenvakbond VSOA en een adjunct-veiligheidsassistent die afgevaardigde was voor het ACV (Algemeen Christelijk Vakverbond). Er waren ook twee vrouwen actief in de groep.

“De werkomgeving is onleefbaar. Er is sprake van discriminatie, beledigingen en valse beschuldigingen. Het gaat zo ver dat er verschillende collega's voor een aanzienlijke termijn zijn uitgevallen”

De meeste leden waren werkzaam bij de politiedienst die instaat voor de bewaking en het transport van gevangenen, beter bekend als GEOV. In oktober 2016 startte er een intern onderzoek na een wanhopige brief van vijf leden van de Antwerpse politiedienst.  "De werkomgeving is onleefbaar. Er is sprake van discriminatie, beledigingen en valse beschuldigingen. Het gaat zo ver dat er verschillende collega's voor een aanzienlijke termijn zijn uitgevallen", zo schreven ze. De situatie is zo ernstig dat iemand getuigde over twee zelfmoordpogingen van een collega.

Hoewel het intern onderzoek gestart werd door de Antwerpse politie, kwam de zaak pas aan het licht nadat er enkele gesprekken lekten. Daarop werd het onderzoek opgevraagd door het parket, dat een officieel onderzoek startte. Ook gelijkekansencentrum Unia startte een onderzoek. 

In 2020 kwam het bestaan van een andere en veel grotere groep aan het licht, ditmaal op Facebook, met de naam "Thin Blue Line Belgium". Uit een onderzoek van Apache bleken ruim 6.700 mensen lid te zijn van de groep, waaronder zowel actieve politieagenten als gepensioneerde agenten. Verschillende mensen in de groep maakten zich schuldig aan racistische en seksistische berichten. Zo werden er allerlei scheldwoorden gebruikt die verwezen naar jongeren met een migratieachtergrond.

Analyse van de berichten in 'Thin Blue Line Belgium’ leert dat er amper afkeurend gereageerd werd op racistische berichten en berichten die oproepen tot geweld

Er was ook sprake van het verheerlijken en aanmoedigen van geweld, van het goedkeuren van de gecontesteerde keelgreep en het uitwisselen van ‘arrestatietips’ die niet in het politiehandboek voorkomen. Analyse van de berichten leert dat er amper afkeurend gereageerd werd op racistische berichten en berichten die oproepen tot geweld. Naar aanleiding van deze zaak getuigde een ex-agent met een migratieachtergrond: "Racisme was zeker een bepalende factor om het korps te verlaten voor mij. Tijdens mijn opleiding merkte ik al dat veel voorbeelden van verdachten gaan over mensen met een migratieachtergrond. Ik ben heel ambitieus en op een bepaald moment zei ik tegen mijn baas dat ik later, als ik ooit de kans krijg, graag op zijn stoel zou willen zitten. Hij zei vlakaf dat ‘een bruine’ nooit op zijn stoel zou zitten. daar zou hij persoonlijk voor zorgen." De ex-agent geeft aan dat niet alle agenten racistisch zijn. De man getuigt hoe hij van sommige collega's wel steun kreeg, maar de meesten zijn te bang om in te grijpen uit angst voor eventuele gevolgen voor hun eigen carrière. 

Veel rechtszaken, weinig veroordelingen

Racisme binnen de politie leidt ook geregeld tot rechtszaken tegen collega’s of oversten. In 2016 bijvoorbeeld, werden zes politie-inspecteurs opgepakt na een onderzoek door de dienst intern toezicht. De agenten maakten zich zowel schuldig aan een illegale huiszoeking, als aan het oppakken van mensen op de vlucht om hen geld afhandig te maken. Het kwam tot een rechtszaak voor de correctionele rechtbank waar een groot deel van de feiten onvoldoende bewezen werd verklaard. Er kon onder andere niet vastgesteld worden wie van de agenten het meest hardhandig was. Daarnaast kreeg de zaak heel wat media-aandacht en werden er foto's van de beklaagden gepubliceerd, waarop de agenten in kwestie onvoldoende onherkenbaar gemaakt werden. In eerste aanleg werden drie agenten vrijgesproken, drie anderen kregen celstraffen tot veertig maanden. Eén van hen ging in hoger beroep, en in 2021 volgde alsnog vrijspraak. 

De Mechelse politieman die werd vervolgd voor racistische uitlatingen aan het adres van Jinnih Beels, kon bij de rechtbank rekenen op een erehaag van 40 collega’s die hem volop steunden

In 2018 vond een proces plaats tegen een hoofdinspecteur wegens racistische uitlatingen ten aanzien van Jinnih Beels, toenmalig diversiteitsmanager van de Mechelse lokale politie en vandaag schepen in Antwerpen, bevoegd voor Onderwijs en Jeugd. De man had een foto van haar in een besloten whatsappgroep geplaatst met de volgende tekst: “En waarom zou ik je een hand geven? Jou [sic] kleur staat me niet aan”. Hierop werd de man door toenmalig burgemeester Bart Somers ontslagen. Er werd een rechtszaak aangespannen tegen de man op grond van het aanzetten tot haat en discriminatie.

De geschorste agent kreeg steun van ongeveer 40 collega’s tijdens de rechtszaak, die een erehaag voor hem vormden. Volgens vakbondsman Tom De Gent (Nationaal Syndicaat van het Politie- en Veiligheidspersoneel) moest men een onderscheid maken tussen steun aan een (populaire) collega en een collectieve veroordeling van de daad. “Maar een structureel probleem binnen het korps? Dat is nooit aangetoond”, aldus de De Gent. De Stad Mechelen stelde zich burgerlijke partij in de zaak. Desondanks werd de man zowel in eerste aanleg als in beroep vrijgesproken.

Begin 2019 werd er in de politiezone Brussel-Noord een agent geschorst na racistische uitlatingen via whatsapp over jongeren in Molenbeek. De agent had zich vergist en de berichten geplaatst in een verkeerde whatsappgroep, waarop er een intern onderzoek werd gestart. In de tussentijd is er nog niets bekend gemaakt over eventuele conclusies van dat onderzoek.

In datzelfde jaar werd een politieagent in eerste aanleg door de correctionele rechtbank veroordeeld tot een geldboete van 6.000 euro na racistische uitspraken over een collega van Afrikaanse origine en diens ongeboren zoontje. Initieel werd de politieagent enkel overgeplaatst, maar de collega in kwestie diende officieel klacht in. Na de veroordeling gingen zowel de politieagent als het openbaar ministerie in beroep, waarop de man in 2021 vrijgesproken werd

Zwijgcultuur houdt toxische werkomgeving in stand

In 2019 getuigde een ex-agent op sociale media over racisme tegenover mensen met een migratieachtergrond. Zijn ervaringen dateerden uit 2017, maar hij kwam er pas in 2019 mee naar buiten. Zowel  racistische opmerkingen als racistisch geweld binnen de politie in Henegouwen deed hem besluiten te stoppen bij de politie. Zo was hij getuige van etnisch profileren, naaktfouilleringen, en geweld. De agent merkte in de aparte ruimtes van de politiekantoren ook affiches op met de slogan ‘Chassez la crasse’ (vertaling: verjaag het vuil), vergezeld van afbeeldingen van mensen met een migratieachtergrond.

Toen hij dit aankaartte bij de oversten, kreeg hij te horen dat hij moest 'slikken of ontslag nemen'. De man koos voor het laatste. Na zijn getuigenis werd de man gecontacteerd door een interne dienst met de boodschap geen olie op het vuur te gooien. Ook andere agenten  contacteerden hem met de vraag te zwijgen. De ex-agent wil zich niet laten intimideren, en beseft dat hij een van de eersten is die met deze boodschap naar buiten komt. Hij hoopt hiermee dat andere agenten en commissarissen zich geroepen voelen dit van binnenuit aan te klagen. 

"Ik was nog aan het revalideren toen ik een telefoontje kreeg van een collega uit mijn tijd als politieagent in Ukkel. Een aardige vent. Hij zei tegen me: ‘Wees voorzichtig, de geruchten komen tot bij ons. Er zijn mensen die je willen vermoorden’”

De omerta in het politiekorps waar deze man over spreekt is verre van uitzonderlijk. In april 2021 getuigde een andere ex-politieagent over zijn ervaring als politieman in het Brusselse. Na enkele weken in dienst bij de spoorwegpolitie, zag hij hoe enkele collega's een dronken man sloegen. Wanneer hij dit probeerde aan te kaarten bij zijn oversten, kreeg hij de boodschap om er niet over te praten. Uiteindelijk bevestigde hij zijn verhaal aan de interne controle van de spoorwegpolitie waarop hij het mikpunt van het team werd.

Wanneer hij backup vroeg in een gevaarlijke situatie kwam er niemand opdagen waardoor hij in het ziekenhuis belandde met serieuze letsels. "Ik was nog aan het revalideren toen ik een telefoontje kreeg van een collega uit mijn tijd als politieagent in Ukkel. Een aardige vent. Hij zei tegen me: ‘Wees voorzichtig, de geruchten komen tot bij ons. Er zijn mensen die je willen vermoorden.’” Uiteindelijk werd de man ontslagen zonder pensioenrechten, de zwaarst mogelijke disciplinaire straf die aan een agent opgelegd kan worden. Hij besloot in hongerstaking te gaan en zo de pesterijen aan te klagen. Hij vermeldde ook dat enkele van dezelfde 'rotte appels' betrokken zijn bij andere spraakmakende dossiers, zoals de zaak Mawda en Chovanec. 

Niet de individuele agent, maar het systeem is het probleem

Begin 2022 werd Olivier Slosse, korpschef van de politiezone Brussel Noord, gevraagd naar racisme binnen de politieorganisatie. Zijn antwoord luidde: “Er is racisme in onze samenleving, dus bij uitbreiding is er ook racisme binnen de politie. We pakken dat aan op individueel niveau, door concrete problemen op te volgen, maar ook op structureel niveau: onze kennis verhogen over de verschillende gemeenschappen, positieve connecties maken.”

Racisme binnen de politie is een probleem dat zich niet beperkt tot één politiezone. Dat betekent niet dat elke individuele agent ‘racistisch’ is. De meeste kritische ex-agenten die vertrokken vanwege de verziekte organisatiecultuur binnen hun korps, getuigen dat ze ook steun krijgen van (ex-)collega’s en dat zeker niet alle agenten over dezelfde kam geschoren mogen worden, maar dat het probleem is dat deze mensen zich niet durven uitspreken. Dit wordt bevestigd in de wetenschappelijke literatuur, zo geeft professor criminologie aan de VUB Sofie De Kimpe aan in De Standaard. Het is bovendien ook niet mogelijk om anoniem klacht in te dienen rond racisme binnen de politie.

Racisme binnen de politie beperkt zich niet tot één politiezone. Dat betekent niet dat elke individuele agent ‘racistisch’ is. Het probleem is dat veel mensen zich niet durven uitspreken

Wanneer blijkt dat agenten racistische en seksistische berichten uitwisselen, moet er actie ondernomen worden. Het is ethisch onverantwoord om agenten te waarschuwen dat ze voorzichtig moeten zijn, en hen zelfs aan te sporen de seksistische en/of racistische gesprekken eerder op café te doen. Racistisch gedachtegoed is geen schakelaar die je aan en uit kan zetten. Het is politieagenten niet toegestaan om discriminerende taal te uiten, dat blijkt uit de inhoud van artikel 132 van de Wet op de Geïntegreerde Politie: politieagenten mogen ‘de waardigheid van het ambt niet in het gedrang brengen’, ook niet buiten de uitoefening van het ambt. Dit is ook opgenomen in de Deontologische Code van de politie.

Er is een nood aan structurele oplossingen om racisme binnen de politie aan te kaarten en op lange termijn te voorkomen. Inzetten op een divers personeelsbestand is onvoldoende. De dood van Tyre Nichols in januari 2023 toonde ook aan dat enkel het aanwerven van agenten van kleur geen afdoende oplossing is om racisme binnen de politie op te lossen. Mensen binnen de politie moeten gescreend worden op hun kwaliteiten en integriteit.

Ook de opleiding moet herbekeken worden. Al meer dan tien jaar wordt er gezegd dat de politieopleiding binnen België te kort is. Meer zelfs, het is één van de kortste opleiding binnen Europa en dat voor een beroep dat het monopolie op geweld binnen onze samenleving in handen heeft. Momenteel duurt de opleiding slechts één jaar en is er slechts beperkt aandacht voor cultuursensitiviteit. En wanneer de daders vrijwel altijd ongestraft blijven, is het voor slachtoffers weinig uitnodigend om nog klacht te blijven indienen. Kortom, er is werk aan de winkel.

Het invoeren en handhaven van een doorwrocht antiracismebeleid is één van de aanbevelingen die Kif Kif doet om racistisch politiegeweld tegen te gaan. “Hanteer een verplicht nultolerantiebeleid voor alle lokale korpsen en politiediensten tegen alle vormen van discriminatie, zowel ten aanzien van collega’s als naar burgers. Politiekorpsen die hierin tekort schieten, moeten gesanctioneerd worden via een vermindering van federale toelagen”, zo staat te lezen in de conclusie van het onderzoek dat we deden in opdracht van het European Network Against Racism.

Lees al onze aanbevelingen hier.

Dit artikel werd geschreven in samenwerking met een Kif Kif-contributor.


Over de auteur
Habiba Boumaâza studeerde af als opvoeder, en volgde nadien de opleiding Film- en Videokunst aan de Kunstacademie van Antwerpen. Verschillende audiovisuele kunstprojecten/installaties/workshops/lezingen rond sociale thema's volgden. Als inhoudelijk medewerker werkt ze voornamelijk rond mensen op de vlucht, mediawijsheid, onderwijs en opvoeding. Ze neemt ook de contributors onder haar vleugels.

Vorige
Vorige

Open brief | Psychiatrische patiënt in Ukkel doodgeschoten: hoe racisme en validisme samenkomen

Volgende
Volgende

De dood van Tyre Nichols: 'diversiteit' bleek racisme niet op te lossen